Politieke stromingen en partijen


Politieke stromingen en partijen
Er zijn heel veel verschillende politieke stromingen, met eigen partijen, aanhangers en natuurlijk verschillende opvattingen.

Wat zijn de belangrijkste politieke opvattingen en welke partijen horen bij die opvattingen?
Ideologieën en partijen
Politieke stromingen hebben allemaal
een ander idee van 'algemeen belang', en de meningen lopen flink uiteen. Ze hebben allemaal een andere opvatting van algemeen belang. Het 'algemeen belang' is niet voor iedereen hetzelfde. Zulke opvattingen over hoe de maatschappij functioneert, in de toekomst moet   functioneren en  wat de rol van de overheid daarbij moet zijn, noemen we ideologieën. En de mensen met dezelfde ideologie noemen we een politieke stroming. In een democratie kunnen de aanhangers van een ideologie een politieke partij vormen een georganiseerde groep mensen, die:

1. ideeën heeft over alle belangrijke beleidsterreinen, zoals economie, gezondheidszorg,
uitkeringen, onderwijs, buitenlands beleid, veiligheid, milieu, enzovoort.
Ze noemen deze ideeën een programma, en het wordt vaak gepubliceerd.
2. Kandidaten stelt bij de verkiezingen. men hoopt dat veel kandidaten van
partij worden gekozen, zodat de partij veel kans krijgt om haar programma
uit te voeren.

De politieke stromingen en partijen worden vaak ingedeeld in links en rechts.
Links: Actief ingrijpen van de overheid om de sociale ongelijkheid te verminderen.
Gelijke kansen staan centraal Rechts: de vrijheid komt in gevaar als de overheid zich teveel met sociaaleconomische zaken bemoeit. Deze zaken behoren aan de mensen zelf en aan de markt toe.De socialisten zijn links, en de liberalen rechts. tussen links en rechts in zit het centrum.Het centrum heeft christendemocratie als belangrijke stroming. alle stromingen hebben dan wel andere ideeën , soms hebben ze overeenkomsten. vanaf de negentiende eeuw kunnen we de politieke ideologieën op een lijn plaatsen: Links voor het communisme, daarna hetsocialisme, dan christendemocratie, het liberalisme, en helemaal rechts is het fascisme. dit geldt alleen voor kwesties rondom sociale ongelijkheid.



Het communisme en fascisme

Bij het communisme gaat alles om gelijkwaardigheid. in een kapitalistische maatschappij
wordt volgens het communisme alles onderdrukt, het particulier eigendom van
productiemiddelen, concurrentie, streven naar winst enz. zo lijdt economische vrijheid
tot onderdrukking en uitbuiting van arbeiders. bij het communisme gaat het erom dat
de productiemiddelen in handen komen van de gemeenschap. zo krijgt iedereen sociale
rechtvaardigheid. in de twintigste eeuw zijn er veel communistische partijen aan de
macht gekomen. dit vaak via revoluties, en vooral in de landen: Rusland, Oost- en
Midden- Europa, China en andere Aziatische landen. Bij het communisme kwam
de economie grotendeels in handen van de staat, en andere politieke partijen
werden verboden. er ontstond zo een partijdictatuur, dit in strijd met de
vrijheidslievende ideeën rond 1990 is het communisme gestopt.

het fascisme heeft geen samenhangende ideeën, meer van het politiek van de daad.
geweld, instincten en heldendom zijn heel belangrijk. Ook is een sterke leider belangrijk.
dit leidt tot verering van eigen natie en eigen volk. (denk aan Hitler, het Germaanse ras
was het beste) in de jaren twintig en dertig kwam het fascisme aan de macht.
Er kwamen fascistische één partijdictaturen, dit leidde tot de Tweede Wereldoorlog,
de moord op 6 miljoen joden, homoseksuelen, zigeuners en gehandicapten. ook zijn er na 1945 veel extreemrechtse partijen opgekomen, die een deel van de fascistische kenmerken vertonen,maar zichzelf zo niet noemen. zij zien immigratie en allochtonen als dreiging voor hun staat ( PVV)

Liberalisme
Liberalisme hecht zich aan vrijheid. iedereen moet zoveel mogelijk zijn eigen leven kunnen bepalen.de overheid mag die vrijheid niet inperken. Mensen moeten zelf kiezen wat ze doen, van abortus tot euthanasie.Ook de economische vrijheid is belangrijk, daarbij staat particulier initiatief centraal.Als zij door de overheid worden geblokkeerd kunnen ze niet goed concurreren. Mensen weten prima wat hun belangen zijn. De overheid moet wel zorgen voor veiligheid, infrastructuur onderwijs en gezondheidszorg. Er moeten ook uitkeringen zijn, maar niet te groot, want daar komt misbruik van. Ook worden mensen niet gestimuleerd om op eigen benen te staan. Mensen met een hoog inkomen moeten
niet te veel belasting afstaan, want dan daalt het eigen initiatief. Individuele rechten mogen worden ingeperkt.
Socialisme                                                                                                                               
Het socialisme is een reactie op het liberalisme. Economische vrijheid leid
tot uitbuiting van arbeiders. De overheid moet de arbeiders via wetten
 beschermen. Zonder  bescherming zijn er geen gelijke kansen voor iedereen op onderwijs en werk. Ze willen een actieve overheid. Er moeten regels komen waaraan bedrijven zich moeten houden en er moeten goede sociale voorzieningen zijn voor mensen die niet goed in het levensonderhoud kunnen voorzien. Mensen met hoge inkomens moeten meer belasting betalen. In de individuele vrijheid is de privésfeer hetzelfde als bij de liberalen.
Christendemocratie   
Christendemocratie, dat is een ideologie geïnspireerd op de bijbel. Het is een confessionele partij. De christendemocraten zitten tussen links en rechts in. Een belangrijk begrip is solidariteit, de maatschappij is ieders verantwoordelijkheid. Samen los je het beter op, en organisatie spelen daarin een belangrijke rol. Het gezin is de ‘hoeksteen’ van de samenleving, abortus en euthanasie worden gedoogd, maar zijn eigenlijk niet goed in hun ogen. Mensen moeten respect hebben voor God en zijn schepping,en dus de natuur goed beheren. Vroeger was de christendemocratie meer voor een verzorgingsstaat,maar nu ligt de nadruk op de eigen verantwoordelijkheid van mensen.Zelf meedoen op de arbeidsmarkt is ook belangrijk.Steun is niet alleen van de overheid, maar ook van familie, buren en particuliere organisaties.
Populisme
Populisme doet een beroep op het volk. Ze spreken namens het vol tegen gevestigde machten. Politici en bestuurders moeten beter luisteren naar wat er met de mensen is. Ze komen vaan heel snel op, en zakken dan weer gauw in.
Single-issuepartijen.
Singel-issue partijen zijn partijen die zich niet op het hele overheidsbeleid richten, maar vooral één aspect benadrukken.