Dualisme is de scheiding tussen de wetgevende en de uitvoerende macht binnen een bestuurslaag.
Parlement
Het parlement(ook wel bekend als staten generaal) bestaat
uit de eerste en tweede kamer. De leden van de Eerste en Tweede Kamer worden
Kamerleden of parlementariƫrs genoemd .Zij hebben de taak de koningin en de
ministers te controleren. Zij zijn de wetgevende macht.
Eerste kamer
De eerste kamer telt 75 zetels. Vergeleken met de Tweede Kamer heeft de
Eerste Kamer minder rechten en bevoegdheden. Ze komen elke dinsdag bij elkaar
om de wetsontwerpen die al door de Tweede Kamer zijn aangenomen nog eens te
bespreken. Ze letten dan vooral op de samenhang met andere wetten. De eerste
kamer wordt eens in de vier jaar gekozen. Het wordt niet rechtstreeks door de
Nederlandse bevolking gekozen, maar in getrapte verkiezen. Dit zijn verkiezingen
waarbij het volk een vertegenwoordiging kiest en de
vertegenwoordiging vervolgens weer vertegenwoordigers kiest. De eerste kamer
wordt dus gekozen door de provinciale staten.
Tweede kamer
De tweede
kamer telt 150 tellen. In de Tweede Kamer ontstaan regeringscoalities en vallen
ze weer uiteen. De Tweede Kamer heeft drie hoofdtaken:- Ze controleren het regeringsbeleid
- wetgever met de regering en de Eerste Kamer
- vertegenwoordigers van de bevolking.
De Tweede Kamer heeft ook het recht van initiatief. Dat is het recht om
wetsvoorstellen in te dienen. Leden van
de Tweede Kamer vertegenwoordigen een bepaalde Politieke
partij. Tezamen vormen de Kamerleden die dezelfde partij
vertegenwoordigen een bepaalde fractie in de Tweede Kamer.
Regering
De regering bestaat uit de koningin en de ministers. Ze zijn
verantwoording verschuldigd aan het parlement. De regering is de wetgevende en
uitvoerende macht.
Het kabinet en de ministers moeten het vertrouwen hebben van het parlement. De vertrouwensregel geldt in de praktijk alleen voor de tweede kamer. Ministers en staatssecretarissen mogen geen lid zijn van het parlement. De enige uitzondering wanneer dat wel mag is de periode na de verkiezingen, tijden de vormingen van een nieuw kabinet.
Het kabinet en de ministers moeten het vertrouwen hebben van het parlement. De vertrouwensregel geldt in de praktijk alleen voor de tweede kamer. Ministers en staatssecretarissen mogen geen lid zijn van het parlement. De enige uitzondering wanneer dat wel mag is de periode na de verkiezingen, tijden de vormingen van een nieuw kabinet.
Onze regering bestaat uit koningin Beatrix en de ministers
waarvan de minister-president Mark Rutte de belangrijkste is. Ons land wordt nu
geregeerd door de VVD(van Mark Rutte) en het CDA(van Maxime Verhagen) met
gedoogsteun van de PVV( van Geert Wilders).
Gedoogsteun is als een oppositiepartij steun geeft aan een minderheidskabinet. De PVV heeft een gedoogakkoord getekend maar regeert niet zelf.
Gedoogsteun is als een oppositiepartij steun geeft aan een minderheidskabinet. De PVV heeft een gedoogakkoord getekend maar regeert niet zelf.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten